Alles is altijd in beweging – de bierwereld vormt op deze wetmatigheid geen uitzondering. Wie als liefhebber om zich heen kijkt, ziet in de Lage Landen een ongekend diverse bierwereld. Het aanbod in supermarkt, slijterij en horeca is vele malen rijker dan pakweg veertig jaar geleden. Maar wat zit er achter die veelheid van kleurrijke merken en etiketten? Biersommelier en culinair journalist Frits Dunnink ging op onderzoek uit. Hij plaatst actuele ontwikkelingen in hun context en laat zien welk merk hoort bij welk groot brouwerijconcern. Ambachtelijk bier: weet wat je drinkt.
Ambachtelijk bier: weet wat je drinkt
Schemering en kille mist, berijpt gras in de berm: de omstandigheden doen het etablissement bepaald geen eer aan. Maar binnen gloeit de open haard. Het personeel van Café Zomerlust heeft de kerstboom al opgetuigd, ook al zetten Sint en Piet amper een week geleden weer voet aan wal. Ik heb er afgesproken met een van de aartsvaderen van het Nederlandse bierschrijven. We vinden een tafeltje in de hoek en ik proost met Jan Machiel van Bragt met een glas dubbelbock. Nieuwsgierig als ik ben naar wat mensen drijft, brengt zijn verhaal ons naar het allereerste begin van de bierrenaissance in de Lage Landen.
Berichten uit de pilswoestijn
Het waren de prille jaren 1980. Er heersten werkeloosheid en woningnood, en het aantal brouwerijen in Nederland had een triest dieptepunt bereikt. De bierconsumentenvereniging PINT was net opgericht. Uit een inventarisatie bleek dat er in ons land nog 14 brouwerijen over waren. Tezamen brouwden ze nog geen 50 verschillende bieren, waarvan er een nog bovengistend was. Welkom in de pilswoestijn.
In die tijd was België het beloofde land, voor bierliefhebbers in elk geval. Het was de tijd dat je daar Belgisch Kampioen Bierkennis kon worden na grondige bestudering van een enkel boek. Dit kwam uit de pen van een paar pioniers die in hun bierland op onderzoek uit waren gegaan met de bieratlas van Michael Jackson in de hand. Het was een tijd waarin er ook in België op grote schaal brouwerijen sloten.
Het waren de jaren ook waarin een aspirant-student uit Roosendaal begon de biercultuur in het Nederlandse taalgebied op schrift te stellen. In de schijnwerpers geplaatst als winnaar van voornoemd kampioenschap: bijzonder om dat als Nederlander te winnen in het hol van de (Belgische) leeuw. Juist, Jan Machiel van Bragt: de man die naam zou maken met ‘De biericonen der Lage Landen’, het boek dat hij 2017 publiceerde tezamen met Ton van den Reek. Van Bragt behoort tot op de dag van vandaag tot de bierkenners die het diepst geworteld zijn in de wereld van Nederbelgische brouwerijen.
Beginjaren van de bierrenaissance
Het is in Arcen dat deze ontwikkeling wordt ingezet. De plaatselijke brouwerij met haar installatie bestaat al heel lang, maar dreigt 1981 te worden gesloten door de eigenaar. Het personeel ziet echter mogelijkheden om hun brouwerij voort te zetten. Onder leiding van brouwmeester Toon van den Reek wagen ze de stap: op voorwaarde van de oude eigenaar dat ze geen pils brouwen. Het is het prille begin van wat de herrijzenis van de Nederlandse biercultuur zal worden. Sinds 1998 kennen we deze brouwerij als Hertog Jan.
De renaissance van het bier in Nederland komt aanvankelijk slepend op gang. Brouwers die nieuwe bedrijven starten, houden het dikwijls niet lang vol. Het lijkt alsof ze hun tijd ver vooruit zijn. Dat ze voor de muziek uit lopen, zeker boven de grote rivieren buiten de Randstad. Veel bierdrinkers lijken het bier dat ze brouwen, niet te begrijpen. Een andere complicerende factor blijkt: hoe kom je aan grondstoffen? Een wereld veranderende innovatie die ‘internet’ zal heten, is halverwege de jaren 1980 nog onvoorstelbaar. Toch zijn er brouwerijen uit die begintijd die, naast Hertog Jan, overleven: brouwerij ’t IJ is een prominent voorbeeld, maar ook Stadsbrouwerij De 3 Ringen in Amersfoort of de Friese Bierbrouwerij.
Van invloed op de ontwikkeling van de Nederlandse brouwcultuur is ongetwijfeld ook het opheffen van het verbod om thuis bier te brouwen, in 1992. Waarbij moet worden opgemerkt dat zulks in het decennium dat voorafgaat aan de opheffing wel werd gedoogd. De ontwikkeling leidt ertoe dat er in het jaar 2000 in Nederland weer 75 brouwerijen zijn. De brouwers van deze periode laten zich met name inspireren door het bier van hun Belgische collega’s.
Ongekend nieuw bier
Pas echt in een hogere versnelling komt de ontwikkeling van het Nederlandse bier vanaf 2010. Dat is de periode waarin hier in de betere biercafés de eerste bieren verkrijgbaar worden van brouwers uit de Verenigde Staten. Daar is in de voorafgaande dertig jaar op biergebied een nieuwe revolutie losgebarsten. Die krijgt net zo’n impact als indertijd de introductie van het goudgele ondergistende lagerbier.
Amerikaanse brouwerijen gaan aan de slag met ambachtelijk brouwen zonder compromissen op kwaliteit en smaak. Ze ontdekken traditionele recepten uit de Britse biergeschiedenis en passen die toe met lokale grondstoffen. Dat leidt tot bieren die ongehoorde geur- en smaakindrukken achterlaten. De vaandeldrager van deze nieuwe Amerikaanse revolutie is de IPA die de craft brouwers ontwikkelen. Die fascineert met zelfbewust juichende, zinnenprikkelende aroma’s en smaken zoals citrus of tropisch fruit.
Op het moment dat Nederlandse liefhebbers met die bieren kennismaken, slaat dat in als een bom. Wanneer ze van de verrukking zijn bekomen, stelt menigeen zich twee vragen. Ten eerste: waarom hebben we dit soort bier hier niet? En vervolgens: kunnen we het niet zelf gaan brouwen? In de vijf jaar voorafgaand aan 2018 verdubbelt het aantal bedrijven dat zich in Nederland registreert als ‘brouwerij’ ruimschoots. Daarna vlakt de spectaculaire groei wel af, maar ook tijdens de moeilijke jaren van de coronapandemie stijgt hun aantal door.
De ontwikkeling bereikt zijn zenit in de zomer van 2022. Dan kent Nederland maar liefst 971 geregistreerde ‘brouwerijen’. Sinds dat moment zie je een dalende trend. Op dit moment (najaar 2024) staat de teller op 916. Het overgrote deel van deze bedrijven opereert onafhankelijk van grote, internationale bierconcerns. Het zijn MKB-brouwerijen.
Nostalgie brengt geen rendement
De vraag is welke kant het verder opgaat in het landschap der Nederlandse brouwerijen. De tijd dat in de bierwereld de bomen tot de hemel groeiden, ligt achter ons. Er waait een gure wind en die wordt mede aangewakkerd door een trend die we ook een halve eeuw geleden waar konden nemen: grote brouwerijen die kleine overnemen. In de jaren 1970 leidde dat steevast tot de verdwijning van die ‘kleintjes’. En ook later was dit lot beschoren aan lokale brouwerijen die een plek hadden gevonden in de schoot van Big Beer.
Een sprekend voorbeeld is Stadsbrouwerij De Ridder, in de binnenstad van Maastricht. In 1982 overgenomen door Heineken was het in de jaren ’90 een van de laatste, nog werkende brouwerijen gevestigd in het hart van grote stad van Nederland. Landelijk bekend werd De Ridder met ‘Wieckse Witte’. Maar de vraag naar dit witbier werd zo groot dat de locatie aan de voet van de Servaasbrug over de Maas veel te klein werd om eraan te kunnen voldoen. Heineken hevelde de productie over naar grotere brouwlocaties en de Maastrichtse brouwerij werd overbodig. Efficiency en aandeelhouderstevredenheid wonnen het van biercultuur. Nostalgie brengt geen rendement. Kijken grote brouwerijconcerns goed twintig jaar later daar anders tegenaan vanuit het perspectief van merkwaarde? Waarom dit een belangrijke vraag is, kom je te weten in het vervolg van dit stuk.
De ontwikkelingen in bierland Nederland staan natuurlijk niet op zichzelf. Hoe graag sommige prominente Haagse politici ook zouden willen dat er over ons kleine koninkrijk aan de Noordzee een soort kaasstolp zou rusten. En we het ‘lekker’ allemaal voor onszelf uit kunnen zoeken. Een motor voor ontwikkelingen in de bierwereld zijn de Verenigde Staten. Wie wil weten waar we ons in de bierbubbel van de Lage Landen naartoe bewegen, kan een kijkje nemen aan de andere kant van de oceaan. Er zijn daar interessante antwoorden te vinden op de vraag hoe het eruit ziet als de sector van onafhankelijke brouwerijen volwassen wordt.
Ontwikkelingen vanuit de VS
Ook in de VS hebben MKB-brouwerijen het moeilijk. Distributie is een uitdaging en überhaupt bier verkocht krijgen in een maatschappij waar alcoholconsumptie op zichzelf steeds meer in een negatief daglicht komt te staan. Amerikaanse brouwers hebben wel schaalvoordelen, simpelweg vanwege de omvang van het land. Een craft brouwerij heeft er ‘van nature’ een groter achterland. Een lokale brouwer heeft in een land als de VS nu eenmaal in zijn directe omgeving meer potentiële klanten dan in een landje als Nederland.
Om economisch toch succesvol te kunnen zijn, zoeken Amerikaanse craft brouwers het in onderlinge samenwerking: faciliteiten en resources delen. Vaak gaat dat op basis van gelijkwaardigheid, maar in veel gevallen zie je ook dat kleine MKB-brouwerijen aansluiting zoeken bij grotere. In bepaalde gevallen leidt dat tot fusies of overnames, waarbij de merken van de kleinere partijen wel blijven bestaan. Wanneer ze tenminste voor zichzelf bestaansrecht kunnen laten gelden.
Dergelijke tendensen beginnen zich ook in Nederland af te tekenen. Een lichtend voorbeeld is te vinden in Eindhoven. Ga eens kijken bij Lighttown Brewers, waar de MKB-brouwerijen Van Moll, 100 Watt en Stadsbrouwerij 013 hun krachten hebben gebundeld. In Weert is de Brouwschuur een ‘brouwhub’ waar kleine brouwerijen de faciliteiten vinden om zelf hun eigen bier te produceren en de verkoop ervan af te handelen. Een derde voorbeeld kun je vinden in Amsterdam, waar begin vorig jaar de onafhankelijke huurbrouwerij Morebeer Brewing fuseerde met Poesiat & Kater. Het prijswinnende ‘Dutch Eagle’ van Morebeer heeft een plek gekregen in het vaste assortiment van de Amsterdamse MKB-brouwerij. In het Friese Wolvega ontstond in 2021 een nieuwe brouwerij toen de eigenaren van de brouwerijen Kleine Beer en Het Roze Varken besloten de krachten te bundelen en voortaan samen op te trekken als Pigs & Bears Brewing Co.
Brouwerijovername
Deze ontwikkelingen worden door liefhebbers in de bierwereld voor kennisgeving aangenomen. Heel wat anders is het wanneer we ons op het terrein begeven van overnames. Allicht is er tussen beide fenomenen een wezenlijk verschil. Samenwerking door het bundelen van krachten gebeurt doorgaans tussen bierbedrijven van overeenkomstige grootte, op basis van gelijkwaardigheid. Een ander verhaal is als bij een overname een grote brouwerij een kleinere onder de vleugels neemt. Dat stuit in de bierbubbel minstens op alertheid, zo niet negatief commentaar. Te levendig is de herinnering uit het recente verleden, waarbij groten kleintjes opslokten om de aan het portfolio toegevoegde merken vervolgens op enig moment de strot om te draaien.
Voorbeelden van grote brouwerijconcerns die een belang nemen in craft brouwerijen zijn er in ons bierland inmiddels legio. Niet uitgesloten is dat deze betrokkenheid uiteindelijk leidt tot een complete overname. Meestal gaat het om goed lopende MKB-brouwerijen die op enig moment aan hun groeiplafond komen. In veel branches geldt dat een ondernemer het goed heeft gedaan wanneer hij of zij een klein en succesvol bedrijf aan een grotere partij van de hand kunnen doen. MKB-brouwers kunnen erop rekenen om verguisd te worden: wie zijn bedrijf verkoopt aan een grotere partij, verkoopt zijn ziel aan de duivel. In de ogen van menig adept van onafhankelijk gebrouwen bier althans. Er zijn natuurlijk ook heel veel liefhebbers die er allemaal wat nuchterder naar kijken.
Hoe groot de teleurstelling van craft bier fans vaak ook is, er zijn goede argumenten van een kleinere brouwerij om haar onafhankelijkheid op te geven. Een craft brouwerij opbouwen is iets heel anders dan een groeiend MKB-bedrijf runnen: het vereist andere vaardigheden die niet elke brouwer in zich verenigt.
Uiltje
Een interessant voorbeeld daarvan is het lot dat de Haarlemse brouwer Robbert Uyleman beschoren was. Met veel elan bouwde hij Uiltje Craft Brewing. Maar als eigenaar van een groter MKB-bedrijf voelde hij zijn afstand tot het brouwersambacht al maar groter worden. Ervoor in de plaats kwamen allerlei andere opgaven zoals personeelszaken, logistiek en allerlei andere managementtaken waar Uyleman zich niet per se comfortabel bij voelde. Zijn eigenaarschap gaf hij in 2021 op ten faveure van Royal Swinkels. Onbegrip en ontstemdheid bij menig Nederlandse craft beer fan waren zijn deel.
En Uiltje is niet het enige merk onder de paraplu van het familiebedrijf uit Lieshout. Het bekendste bier van Swinkel is natuurlijk Bavaria. Via de overname van Brouwerij Palm zijn ook Cornet en Estaminet, Rodenbach, Steenbrugge en de Urthel-bieren deel uit gaan maken van het Swinkels-portfolio. Bovendien behartigt Royal Swinkels de commerciële belangen van trappistenbrouwerij De Koningshoeven met de merknaam La Trappe
Texels
De Texelse Bierbrouwerij is een ander treffend voorbeeld. Op het Waddeneiland waar de brouwerij sinds 1999 is gevestigd, lukte het niet meer om aan de vraag te voldoen. Noodzakelijke uitbreiding stuitte bij de lokale gemeenschap op tegenstand. Sinds najaar 2020 maakt Texels deel uit van Heineken. De brouwerij blijft op haar oude plek, de voormalige zuivelfabriek in Oudeschild. Maar de immense hoeveelheid Skuumkoppe die zijn weg vindt in heel Nederland, laat Texels tegenwoordig elders, op het vaste land brouwen.
Ook bij Heineken is Texels geen op zichzelf staand geval. De Amsterdamse familiebrouwerij (de meeste aandelen zijn nog steeds in handen van de nazaten van de oorspronkelijke oprichter Gerard Adriaan Heineken) is ook geheel of gedeeltelijk eigenaar van Oedipus Brewing en de Rotterdamse brouwerij Noordt.
Wat opvalt, is dat hierbij in Nederland zich een ontwikkeling aftekent zoals die in België al aan de gang is sinds jaar en dag. Grote brouwerijen die zich ontfermen over merken van kleine brouwerijen. Is dat verwerpelijk? Het is de vraag of die kleine merken zonder deze ontwikkeling er nog waren geweest. Duvel Moortgat dat zich over brouwerij Liefmans ontfermt: dankzij deze ontwikkeling heeft de bierwereld kennisgemaakt met het fruitbier Fruitesse én zijn nichebieren als het Oud Bruin en Goudenband bewaard gebleven. Zo beschouwd ontpoppen de grote(re) brouwerijconcerns zich ook tot bewaarder van oud biererfgoed. Hetzelfde geldt ook voor Swinkels onder wiens vleugels de minder courante bieren uit het Rodenbach-gamma van een toekomst zijn verzekerd.
Keuzevrijheid een illusie?
Maar er is ook een ander aspect aan de ontwikkeling van concentratie en overnames in de bierwereld. Het kan de indruk wekken alsof een café een heel divers bieraanbod heeft, maar in feite drink je de hele avond bieren van een en hetzelfde bierconglomeraat. Dit verschijnsel noemen sceptici de illusie van keuzevrijheid.
‘De vrijheid van de mens ligt in zijn keuzes’ Deze spreuk las ik ooit eens op een reclameplaat uit de jaren 1980 van een traditionele Vlaamse familiebrouwerij. Als je weet hoe het zit, kun je zelf bewuste keuzes maken. Kies het bier dat jou smaakt. Bier drinken van een brouwerij die deel uit maakt van een groot brouwerijconcern is als het mij vraagt beter dan wijn drinken van twijfelachtig kaliber. Bier drinken van een onafhankelijke brouwerij dat van ondermaatse kwaliteit is? Geen optie.
Drink wat jou smaakt.
Kies van alles wat je eet of drinkt de beste kwaliteit die je jezelf kunt veroorloven. Drink minder, drink beter: niet gieten maar genieten. En vergeet daarbij de uitstekende bieren niet van al die uitstekende en gepassioneerde MKB-brouwers niet: of ze nu uit Nederland afkomstig zijn, uit België, Duitsland, de VS, het VK of waar dan ook vandaan. Want pleiten voor ‘eigen bier eerst’ lijkt me ook weer niet de weg die we moeten bewandelen.
Welk biermerk is van welke eigenaar?
Tot slot van dit artikel geef ik je nog een overzicht waaruit je kunt afleiden welk bier uit het portfolio van welke grote brouwerij komt. Om het hanteerbaar te houden, beperk ik me tot merken verkrijgbaar in en/of afkomstig uit België en Nederland.
Heineken
Heineken, Amstel, Brand, Texels, Oedipus, Noordt, Affligem, Maes Pils, Cristal, Postel, Grimbrgen, Mort Subite, Judas, Hapkin, Paulaner, Desperados
AB InBEV
Hertog Jan, Dommelsch, Stella Artois, Jupiler, Leffe, Hoegaarden, Victoria, Tripel Karmeliet (en andere bieren van brouwerij Bosteels), Franziskaner, Spaten, Corona
Royal Swinkels
Bavaria, Swinkels, Palm, Cornet, Estaminet, Steenbrugge, Rodenbach, Urthel, Uiltje, Lander Bräu, Dors, Kroon, Keizerskroon
Asahi
Grolsch, Meantime Brewing Company, Fuller’s
Hoe ervaar jij de ontwikkelingen in de Nederlandse bierwereld?
Menig liefhebber beziet met lede ogen hoe de markt van kleinschalige brouwerijen volwassen wordt. De in dit artikel beschreven bierrenaissance is al weer dood en begraven, betoogt die hard craft fan Yuri Hegge bijvoorbeeld. Maar is het niet vermetel om te denken dat brouwers zich kunnen onttrekken aan basale economische wetmatigheden. Lees bijvoorbeeld mijn artikel eens over kansen en bedreigingen voor MKB-brouwerijen. Hoe kijk jij aan tegen ontwikkelingen in onze bierwereld? Spreek je uit in het commentaarveld onderaan dit artikel.
Leestips
Meer genieten van bier: vers drinken of een poosje bewaren?
Zin en onzin van een bierbegrip: wat precies is speciaalbier?
Uit het archief: het verhaal van kerstbier