Hoe til je jouw onafhankelijke brouwerij naar een hoger plan? Wat moet er gebeuren om van een goede brouwerij een geweldige brouwerij te maken? Deze vragen spelen voor productiebrouwers net zo goed als voor brouwerijhuurders. ‘Good To Great’ – het thema van het jaarlijkse congres van de branchevereniging voor onafhankelijke Nederlandse brouwerijen CRAFT was niet voor niets gekozen. Dinsdag 10 mei ging het over de bühne. Lees een impressie van de Dutch Craft Beer Conference 2022.
Dutch Craft Beer Conference 2022: een impressie
In deze samenstelling hadden we elkaar voor het laatst gezien meer dan drie jaar geleden. Het was in de Fokkerterminal geweest in Den Haag, op een mistige dinsdag in januari. Wat er sindsdien is gebeurd, hoef ik allemaal niet uit te leggen. En ook niet dat afgelopen dinsdag alle deelnemers onder meer het gevoel meebrachten: “Hm, fijn: we kunnen weer…” Plaats van samenkomst: het NBC Congrescentrum in Nieuwegein. Op de agenda: de Dutch Craft Beer Conference 2022. In dit artikel lees je een impressie van deze door Bernd Beersma en zijn team uitstekend georganiseerde dag.
Nederlandse craft brouwers groeien naar volwassenheid
Sinds de geboortegolf van onafhankelijke brouwerijen met een lokale basis zo’n jaar of tien geleden heeft ingezet, groeit dit segment in de Nederlandse bierwereld gestaag door naar volwassenheid. Bij de krachtigste groeiers begint het pionieren, met het hele (charmante) geïmproviseerde karakter van dien, er toch echt wel af te raken. Het zijn serieuze bierbedrijven geworden met stevige omzetten en volop verkoopmogelijkheden naar bierliefhebbers, dikwijls ook in het buitenland. Geen wonder dat de organisatoren van de zesde editie van de Dutch Craft Beer Conference als thema ‘Good to Great’ kozen.
Het aantal productiebrouwers, brouwerij(ver)huurders en workshopbrouwerijen groeit ook in het tweede kwartaal van 2022 nog steeds. Op dit moment zijn er in Nederland maar liefst 942 van dit soort bedrijven. Natuurlijk is er een enorme diversiteit, ook wat betreft de omvang. Daarnaast is onduidelijk hoeveel van deze bierbedrijven in feite papieren tijgers zijn. Of dat ze zijn opgericht met als voornaamste doel om de kosten van der eigenaren hobby fiscaal aftrekbaar te maken.
Serieuze bedrijfstak
Dat neemt niet weg dat het werk van meer en meer ‘kleine’, onafhankelijke brouwers steeds verder professionaliseert. Een afspiegeling daarvan zag je terug op de beursvloer in de Event Hall van het NBC Congrescentrum. De ambachtelijke brouwers van Nederland zijn voor steeds meer en grotere toeleveranciers interessante klanten aan het worden. Brouwen is niet meer een uit de hand gelopen hobby, althans niet voor de leden van CRAFT. Het is een serieuze bedrijfstak, waar serieus geld in omgaat. Waar smaak en karakter maatstaven zijn voor succes en consistente kwaliteit essentieel om het hoofd boven (brouw)water te houden. En waar het steeds maar aankomt op echt ondernemen, naast het brouwen van een bier dat mensen graag drinken.
Panelgesprek met de heren Van de Streek, Frontaal en Jopen
Een interessant kijkje achter de schermen van boven beschreven ontwikkelingen bood het podiumgesprek dat Henri Reuchlin voerde met drie hoofdrolspelers in dat verhaal. Roel Buckens, Ronald van de Streek, Michel Ordeman: hun bierbedrijven groeien indrukwekkend. De brouwer van Frontaal (Buckens) vertelde over zijn keuzes om de bouw van een spiksplinternieuwe locatie voor zijn brouwerij te financieren. En hoe hij crowdfunders met vertrouwen in zijn visie en het overbrengen van een gevoel van veiligheid overtuigt om een miljoeneninvestering mogelijk te maken.
Ronald van de Streek maakte duidelijk hoe je als brouwerij kunt groeien door tegelijk aan je merkidentiteit vast te houden en mee te gaan met de ideeën van je medewerkers. En Michel Ordeman stelt dat groei zeker niet onherroepelijk gepaard gaat met verlies van je onafhankelijkheid als brouwer. Waar het drietal het daarnaast over eens is: groeien zit ‘m niet per definitie in meer hectoliters of meer winst. Groei bereik je ook door bij te dragen aan een betere wereld of door te investeren in kwaliteit.
Berliner Weisse opnieuw uitgevonden
Wat een goede brouwerij kan onderscheiden van een uitstekende, heeft ook te maken met bieren brouwen die tot de verbeelding spreken. Geworteld in authentieke traditie, gemaakt met uitzonderlijk ambacht. Met echte smaak, waarbij de attractie schuilt in de ontdekking van ongekende geur- en smaakindrukken. Bier waarvan je niet eens wist dat het nog bestond. Omdat het letterlijk opnieuw is uitgevonden. Aan dat soort bier wijdt in Berlijn Ulrike Genz haar leven. De laatste traditionele brouwerij legde 1992 het loodje. Genz pakte met haar brouwerij »Schneeeule« de draad een kwart eeuw na dato weer op. Zo laat de gediplomeerde brouwtechnoloog het authentieke Berliner Weisse weer herleven.
Ik kende van dit bier alleen de versie uit de supermarkt: zuur en fantasieloos geproduceerd in de bierfabriek. Alleen drinkbaar met een scheut groene of rode grenadine, uit een bokaal geslurpt door een rietje. Dat wat toeristen bestellen, omdat ze het idee hebben dat het ‘echt’ Berlijns is. Maar waarmee de echte Berlijner, en zeker de bierliefhebber, nog niet dood gevonden wil worden.
Het ware Berliner Weisse evenwel is een bier met een bijzonder verhaal, en geur- en smaakeigenschappen die nieuwsgierigheid wekken. Ondanks dat brouwer Genz een ‘droog’ betoog hield, zonder haar gehoor een mogelijkheid te kunnen bieden om te proeven. Maar wel op smaak gebracht met de ongecompliceerde, enigszins onbehouwen, knorrige geestigheid die de Berlijners eigen is.
Champagne van het Noorden
Absoluut on-Duits komt dit bier tot stand: op basis van fermentatie met conventionele biergist, melkzuurbacterie en wilde gist van de Brettanomyces-familie. Dat levert zachtzure, frisse blonde bieren op van een verrassende complexiteit. Die zich bovendien ontwikkelen door de tijd: precies zoals oude geuze of Vlaams Rood en Bruin. De historie van Berliner Weisse, door Napoleon ooit ‘de champagne van het Noorden’ genoemd, reikt ook minstens net zover terug als die van de lambiek-bieren.
Wanneer ik ooit weer eens in Berlijn ben, ga ik het proeflokaal van Ulrike Genz zeker met een bezoek vereren. Ik kan jou hetzelfde aanbevelen. Nieuwsgierig? Meer achtergronden vind je in de nieuwste editie van Bier! Magazine.
Brouwer proeft eigen bier
Ideaal is het niet maar in de praktijk ontkomt geen brouwer er aan: je kunt alleen maar beter worden door zelf je bieren kritisch te proeven. En dat keer op keer te blijven doen. Daarbij hebben we het niet over het genieten van een lekker glas bier. Maar gericht op zoek te gaan naar de componenten die geur en smaak bepalen. Om te onderscheiden of die thuis horen in het bier dat je wilt brouwen en of alles met elkaar in overeenstemming is, wat je ruikt en proeft. Gelukkig kent de Nederlandse bierwereld een gilde vakmensen die precies daarvoor zijn opgeleid. De meest prominente van hen hadden de organisatoren van de DCBC 2022 bereid gevonden voor een masterclass: Arvid Bergström.
Waar zitten de meeste smaakpapillen?
De kern van zijn verhaal: analytisch proeven doe je gestructureerd. Iets vinden van kleur, geur en smaak, onder woorden brengen wat je tegenkomt aan sensorische indrukken in een bier kun je leren. En je krijgt het steeds beter onder de knie door het zoveel mogelijk te doen. Arvids praktische tip: de meeste smaakpapillen zitten niet in je hoofd. Deze ogenschijnlijke dooddoener bergt voor brouwers een nuttig advies in zich: doe het niet alleen, je eigen bier proeven om te bepalen of het de toets der kritiek doorstaat. Haal er mensen bij, die dichterbij en verderaf staan van je brouwerij. Mocht je op zoek zijn naar een biersommelier om je te helpen: het gilde van biersommeliers heeft vertegenwoordigers in heel Nederland.
Ieder dorp, iedere buurt zijn eigen bier
Afsluitend was er op de Dutch Craft Beer Conference 2022 nog een podiumdiscussie over boeiende onderwerpen in de wereld van het bier. Dagvoorzitter Anniek Pheifer confronteerde brouwers Ulrike Genz en Michel Ordeman, brouwgranenleverancier Andries de Groen en ‘wijntransporteur’ Paul Diterwich met verrassende en soms ook prangende vragen.
Heeft Nederland een eigen bierstijl nodig? Aan tafel heerste consensus: als bierland heeft Nederland voornamelijk behoefte aan smaak- en karaktervol bier. Gebrouwen in een bepaalde, al dan niet uniforme stijl is niet van belang. Als brouwers goed bier brengen, op tafel of aan de toog, en bestaansrecht waarmaken voor zichzelf in de gemeenschap waarin ze wortelen, is er plaats voor een brouwerij in ieder dorp en elke buurt van Nederland.
Groeiende belangstelling voor ‘verwenbier’
Volgens Michel Ordeman heeft corona niet alleen maar gedoe met zich mee gebracht. Tijdens de lockdowns hebben meer consumenten hun bewustzijn voor (en plezier in) goed en lekker eten en drinken ontdekt. Dat heeft gezorgd voor meer belangstelling voor echte verwen- en degustatiebieren, naast de groeiende populariteit van non alcoholic bier.
Daarnaast zette de Jopen-brouwer overtuigend uiteen dat een aanstaande aanpassing van de manier waarop de Nederlandse overheid accijns wil innen, voor kleine brouwers toch echt een belastingverhoging betekent. Belasting heffen op basis van alcoholpercentage in plaats van extractgehalte, zoals het kabinet wil, maakt dat Jopen 20% meer accijns zou moeten afdragen. Nog afgezien van de eenmalige kosten waarmee brouwerijen te maken krijgen om zichzelf aan te passen aan een accijnsheffing nieuwe stijl.
Voor grote pilsbrouwers betekent het allicht dat ze minder hoeven te betalen. Maar kleine brouwerijen die relatief veel hoger alcoholische bieren produceren, betalen meer. Dat het met plussen en minnen wellicht weinig verschilt met de situatie nu, is een rekentruc. Het is een geval van framing dat het kabinet het doet voorkomen alsof er van een accijnsverhoging geen sprake is.
Nederlandse brouwers verdedigen marktpositie
Tot slot nog een ander opmerkelijk bierfeit dat in de podiumdiscussie voorbij kwam. De Nederlandse brouwers doen het met z’n allen goed om hun marktaandeel te verdedigen in een situatie waarin de totale alcoholconsumptie een dalende trend vertoont. In tegenstelling tot hun collega’s in Duitsland. Daar wenden consumenten zich af van de productcategorie ‘bier’. Duitse brouwers hebben serieus marktaandeel verloren. De hoeveelheid minder verkocht bier staat niet in verhouding tot de daling van de alcoholconsumptie als geheel bij onze oosterburen.
CRAFT – samen onafhankelijk
De Dutch Craft Brewing Conference was de zesde editie van het, in principe jaarlijks georganiseerde, congres van CRAFT. Dit is de belangenvereniging van onafhankelijke brouwers in Nederland. Ze vertegenwoordigt de belangen van inmiddels ruim 170 leden richting markt, media en politiek.
CRAFT herkent en ondersteunt het bewustzijn dat diversiteit het voornaamste onderscheidende kenmerk is van de Nederlandse bierwereld. De leden van CRAFT vinden elkaar op basis van hun onafhankelijkheid. Of ze nu creatief en vernieuwend brouwen, of eerder traditioneel op basis van gedegen ambacht: de brouwers van CRAFT werken vanuit de ambitie om bier te produceren van zo hoog mogelijke kwaliteit. Dat betekent zonder compromissen, bijvoorbeeld met het oog op aandeelhouderswaarde.
Wil jij weten wat CRAFT kan betekenen voor jouw brouwerij? Hier vind je een overzicht van de voordelen.
Leestips
Indrukken van de Dutch Craft Beer Conference 2019: kansen en bedreigingen voor onafhankelijke brouwers in Nederland.