Biersommelier Frits Dunnink neemt je in dit artikel mee naar een van de meest bijzondere plekken om te genieten van bier op de hele wereld. Naar een café dat nochtans zo oud is als hijzelf. En dat de tand der tijd heeft doorstaan door aan zichzelf zonder compromis trouw te blijven . Je gaat er niet naartoe om ‘zomaar’ een biertje te drinken. Want aan de basis van dit etablissement ligt een verzameling vintage bier van mythische omvang. Maak kennis met café Kulminator: een bier tijdreis in Antwerpen.
Café Kulminator: bier tijdreis in Antwerpen
Een pintje drinken in Antwerpen? Dan kan in ’t Stad aan de Schelde op tientallen plekken. Als je er maar niet voor naar café Kulminator gaat, want dan wordt je subiet de deur gewezen. Onder kenners en liefhebbers heeft dit etablissement wereldwijd een cultstatus. Het spreekt voor zich dat een bezoek eraan hoog op de agenda stond, toen ik onlangs in Antwerpen op werkbezoek was. Het werd zonder twijfel een van de meest bijzondere bierbelevenissen die ik als liefhebber ooit meemaakte. Op basis ervan een vijftal bevindingen die ik in die artikel graag met je deel:
Een bezoek aan café Kulminator moet je echt willen
Café Kulminator is een levend biermuseum
De uitbaters van café Kulminator zijn de Philemon en Baucis van onze tijd
Niet ieder bier is geschikt om te bewaren
Bezoek café Kulminator zolang het nog kan
1.
Een bezoek aan ‘de’ Kulminator moet je echt willen
De goed georganiseerde wereld waar we hier in de Lage Landen in leven, schept bedoeld of onbewust verwachtingen. Ik waarschuw je vast: bij Kulminator vinden ze het niet nodig om daaraan te voldoen. Maar dat is allicht ook de charme van dit etablissement. Ik merk dat al wanneer ik op vrijdagmiddag me wil opmaken voor een eerste bezoek. Het is 12 november en ik beland voor een dichte deur. De reden is voor Belgische begrippen plausibel: de dag na Wapenstilstandsdag. Note to self: houd hier rekening mee bij toekomstige bezoeken bezuiden de grens op deze dag.
Bij deze eerste poging kom ik aanlopen bij de voordeur vanuit zuidoostelijke richting, oftewel: vanaf de linker kant. Daardoor ontgaat me iets wezenlijks, dat ik bij mijn hernieuwde poging op zaterdag wel constateer. Wie bij Kulminator naar binnen wil, dient aan te bellen. En moet geduld aan de dag leggen. Want het is nog maar de vraag wanneer de cafédeur voor haar of hem opengaat. Waar dat aan ligt, dat kom je verderop in dit stuk nog aan de weet. Ik was er op enig moment zelf aanleiding toe.
Wie naar binnen wil, moet ook een goede reden hebben. Met mij staan deze zaterdagmiddag nog drie andere belangstellenden voor de deur. Ik sluit aan achter een koppel twintigers. De voordeur van het café gaat open. Vanaf de stoep blikt vanachter zijn mondmasker een bebrilde meneer met een warrige witte haardos en een rood vest omlaag.
Wanneer hij hoort van de jongeman dat zijn vriendin en hij graag ‘een pintje’ willen komen drinken, reageert hij knorrig. Gesticulerend geeft de man in de deuropening aan dat ze dat best ergens anders doen. Het kost overredingskracht om niettemin binnengelaten te worden. Iedere nieuwe bezoeker dient zijn bedoelingen kenbaar te maken. Wie daarbij het woord ‘degusteren’ bezigt, vergroot de kansen op toelating ontegenzeggelijk.
Ik ben benieuwd hoe de vierde bezoeker haar bezoek aan Kulminator ervaart die gelijktijdig met ons haar opwachting maakte bij de deur van het legendarische café aan het Vleminckveld. Als we een plek krijgen toegewezen op de overdekte ‘court’, buiten achter het café, wissel ik een paar woorden met haar. Veel van bier weet ze niet, Kulminator is haar aangeraden door een paar vrienden. Ze houdt van IPA. Maar dat is er niet, zegt de dame met het grijze, ingevlochten haar en de groene Orval-schort.
Zij brengt het krijtbord met de bieren die die middag op tap verkrijgbaar zijn. Stuk voor stuk robuuste bieren van gezegende leeftijd: zwaar blond of donker, trappist of Vlaams Oud Rood. Goede bewaarbieren, diepzinnig van smaak. Bij Kulminator vindt niet zijn geluk wie zijn smaak voor bier nog moet ontwikkelen. Of die van haar, for that matter. De meneer in de deuropening had zonder meer gelijk. Liefhebbers van toegankelijke bieren, het spreekwoordelijke ‘pintje’, vinden in de binnenstad van Antwerpen zat plekken waar ze beter aan hun trekken komen.
2.
Café Kulminator is een levend museum
De pui verraadt het al, net als de houten schroten op het plafond. Dit café is echt lichtjaren verwijderd van iedere eigentijdse horecazaak. Gelikt doorgestyled volgens een modern concept, getrimd op het zo efficiënt mogelijk voorzien in de behoeften van zoveel mogelijk gasten. Aan het tafeltje rechts van het gangpad is een stoel vrij. Maar op tafel ervoor ligt een opengeslagen puzzelboekje. En zo zijn er nog meer aanwijzingen die het niet mis te verstaan maken dat het niet de bedoeling is om er plaats te nemen. Wat doet dat legioen witte papieren tasjes op de bar? Aan de tafel achter bij het raam doet een viertal jongens een bordspel.
Ik ben beland in een levend biermuseum. Daarvoor spreekt niet alleen de ambiance boekdelen. De lijvige bierkaart dient als catalogus. Je kunt bier bestellen van de tap, vanaf het ‘dagmenu’ op het krijtbord. Of bieren op fles. Als het betreffende bier daarom vraagt, met alle égards behandeld. Een tweetal stamgasten krijgt een Malheur 12 geserveerd in een Middeleeuws uitziende houten schenkbak. Daarin ligt de bestofte fles onder een hoek die ervoor zorgt dat het rijke bezinksel bij het schenken onderin blijft.
Terwijl ik wacht op mijn bestelling, krijgt een van de andere bezoekers aan de tafels op het plaatsje achter het café een flesje Chimay naast zijn bokaal. Het etiket is eerder paars dan blauw of rood. En er prijkt het jaartal 1991 op. “Toen was ik -3”, beseft de jongeman terwijl hij het voorzichtig uitschenkt.
Wat opvalt, is dat in deze ongebruikelijke kroegomgeving gasten gemakkelijk met elkaar in gesprek komen. Nu is een van de bijzondere eigenschappen van bier, dat het mensen bij elkaar brengt: meestentijds op een positieve manier. Waar in ‘gewone’ cafés de gasten aan de tafeltjes ‘onder elkaar’ blijven, ontspint zich aan de tafels van ‘de’ Kulminator het gesprek. Dat heeft ongetwijfeld met de inrichting te maken. Gasten scharen zich rond grote houten tafels. Wat dat betreft is er gelijkenis met de Zoiglstuben die ik afgelopen zomer in Beieren bezocht. Een andere overeenkomst tussen beiden is dat ze bierliefhebbers trekken van over de hele wereld.
Een website heeft café Kulminator niet. Wel een door supporters van het legendarische etablissement in het leven geroepen Facebook-pagina. Daar valt onder meer te lezen dat er vintage bierpakketten te koop zijn. Dat is allicht het antwoord op de hierboven gestelde vraag naar het wat en waarom van de grote rij witte papieren tasjes op de bar.
3.
De uitbaters van Kulminator zijn de Philemon en Baucis van onze tijd
Niet dat ik mezelf vergelijk met Hermes, de god van de ‘commerce’ bij de Romeinen. Laat staan met hun oppergod Jupiter. Maar de uitbaters van café Kulminator herinnerden me op de een of andere manier aan het verhaal over Philemon en Baucis. De kern ervan is dat oprechte gastvrijheid wordt beloond. Net als in Ovidius’ Metamorfosen zijn de ‘helden’ in dit verhaal twee echtelieden van gevorderde leeftijd. Maak kennis met Leen Boudewijn en Dirk Van Dyck.
Hun bierhuis in het hart van de Antwerpse binnenstad heeft wereldwijd een legendarische naam. In 2014 bijvoorbeeld op biercommunity Ratebeer.com verkozen tot beste café ter wereld. Niettemin is op het internet qua serieuze journalistiek vrijwel niks over café Kulminator te vinden.
Afgaande op de verhalen die ik hoor, gezeten achter mijn glas vintage bier, dateert het etablissement uit 1974. Of dat is het jaar waarin Dirk en Leen het hebben gekocht. De naam Kulminator dankt het aan een bier van brouwerij Erste Kulmbacher Union (EKU), lange tijd ’s werelds meest alcoholische bier.
Ooit schijnt Dirk Van Dyck een carrière als arts te hebben geambieerd. De gast die dit detail aan de kastelein ontfutselt, probeert meer aan de weet te komen. De ware toedracht verkiest de protagonist in het hele verhaal in nevelen te blijven hullen. Iets met een ‘accident’ en een motorfiets.
In de loop der jaren heeft Van Dyck onder het café een ware schatkamer aan fusten en flessen bier samengebracht. Wat er allemaal deel uitmaakt van deze verzameling, weet waarschijnlijk ook de waard zelf niet eens precies. Afgaande op voornoemde ‘catalogus’ moet het een collectie zijn van mythische proportie. Alleen Van Dyck zelf heeft toegang tot de catacomben, buitenstaanders wordt een bezoek ontzegd. Naar verluidt, strekt het keldergewelf zich uit tot aan de achterliggende straat. Dat zou een kleine 80 meter zijn.
De uitgebreide voorraad in de uitgestrekte kelder is de reden dat het soms een poos duurt voordat je toegang kunt krijgen tot café Kulminator. Soms is Dirk zomaar 20 tot 30 minuten verdwenen, op zoek naar een bepaalde fles die een gast bestelt. Wat de vaststelling schraagt die ik opteken van een habitué die op enig moment naast me is komen zitten. Dat bij de gastheer de liefde voor zijn bieren sterker ontwikkeld is dan die voor zijn gasten. Woorden gevoerd met goedmoedige ironie.
Het is Leen en Dirk niet om het geld te doen. Dat verraadt een blik op het prijspeil in hun café. Je zou voor de biercuriositeiten die ze serveren, gerust de hoofdprijs kunnen vragen. Maar voor een glaasje gerijpte zwaar blond of trappist ben je nog geen drie euro verschuldigd. Op de bierkaart is er voor iedere portemonnee iets te vinden. Ook flessen met een ferme prijs, maar dan betreft het bieren die zo zeldzaam zijn en van uitgesproken goede brouwerijen, dat die prijs zichzelf rechtvaardigt.
Laten we goede wensen doen dat hun gastvrijheid Leen en Dirk geen windeieren legt. Net zoals dat met Philemon en Baucis het geval werd. Zij zagen zich door de hen bezoekende godheden ruimhartig beloond. Als enige van de hele stad verzonk hun eenvoudige huisje niet in het door de goddelijke toorn veroorzaakte moeras. Hun onderkomen veranderde bovendien in een luxueuze tempel. En ook hun meest innige wens verhoorden de goden. Toen hun tijd gekomen was, zouden Philemon en Baucis op hetzelfde ogenblik sterven. Zodat het beide bespaard bleef in het graf van de ander te hoeven kijken.
4.
Niet ieder bier is geschikt om te bewaren
Neuzend door de intrigerende schatkaart die op alle tafels van de Kulminator ligt. Gezegend met kennis over het verouderen van bier. Hoe donkerder en zwaarder in alcohol, hoe groter de kans dat het bewaren een goed idee is. Wat kies je dan? Mijn nieuwsgierigheid prikkelt een beloftevolle tijdreis: in de geuren en smaken van de Duvel Tripel Hop uit 2013, met het karakter van de hopvariëteit sorachi ace. Deze van oorsprong Amerikaanse dual purpose hop is van fascinerende eigenzinnigheid. Met naast uitgesproken citrus in geur en smaak toetsen die herinneren aan dille, thee en koriander.
Patron Van Dyck lijkt verrast dat hij dit zwaar blond nog in de kelder heeft staan. Enige ogenblikken buigt hij zich over de pagina van het biermenu die ligt opengeslagen. Alsof hij er zich er een voorstelling van maakt, waar in de kelder hij moet zijn om het op te diepen. Dan gaat hij op weg.
De minuten verstrijken. Meer dan eens weerklinkt de melodie van de bel. Ik herken het als het kinderliedje met de merkwaardige regel “’t Is waar, echt waar: een man in een directoire”, dat ‘Koekkoek, koekkoek’ blijkt te heten. Opvallend is dat Leen met haar dienblad rondgaat, maar zich kennelijk niet geroepen voelt. Life is all about priorities.
De wachttijd is welbesteed: met het bier komen bij mijn tafelgenoten de verhalen. Al maak ik me in het achterhoofd toch een paar gedachten. De klok tikt richting 18.00 uur, voor zover mij bekend de sluitingstijd van café Kulminator. Hoewel de woorden ‘laatste ronde’ nog niet geklonken hebben: het zou zonde zijn me te moeten haasten bij het degusteren van mijn kelderschat.
Te langen leste zet de kastelein het dan toch voor mij neer: een flesje gevuld met 33 centiliter bierarcheologie. Gul schuimend vloeit het bier in de archetypische bokaal en mijn bierige reis door de tijd begint. En leidt onherroepelijk tot de conclusie dat niet ieder bier geschikt is om te bewaren. Of dat lang bewaren van een bier geen doel is op zichzelf.
Ik proef kruidigheid, hout, veroudering. Bizar genoeg ook nog tonen van de smaak die ik me herinner van sorachi ace. Het is ontegenzeggelijk fascinerend en doet aan als pennenstreken gekerfd in perkament. Maar het is als de herinnering aan de halve finale van het Nederlands elftal op het WK voetbal in 2014. Ergens in je bewustzijn word je nog het opwindende gevoel gewaar. De echte, bruisende sensatie van het ogenblik is evenwel lang vervlogen.
Ik besluit mijn bierreis door de tijd met een Chimay Bleu uit 2017. Die heeft de tand der tijd aanzienlijk beter doorstaan. Net als de even oude Stille Nacht van Dolle Brouwers trouwens die ik eerder die middag nog savoureerde.
5.
Bezoek café Kulminator nu het nog kan
Het is uiteindelijk tegen half negen wanneer ik mijn jas aantrek om weer afscheid te nemen van dit uitzonderijke café. Gelukkig ben ik lang niet zo ernstig in de olie als de vier jongeheren van het bordspel. Bij het afrekenen bedeel ik Leen met een riante fooi. Dat gaat aan Dirk voorbij. Dus dat is niet de reden dat hij me op het hart druk nog eens terug te komen, wanneer hij me hartelijk de hand schudt. Ze zeggen wel eens dat alles weer hip wordt, als je het maar lang genoeg bewaart. Zover wil ik bij café Kulminator niet gaan. Maar de juiste mensen stellen het allicht erg op prijs, wanneer je jezelf door de decennia heen trouw blijft. En blijven bij je komen. Dat is de les die Leen en Dirk ons leren.
Ik krijg nog iets anders, ontegenzeggelijk belangrijks mee op weg naar de deur: “Bezoek café Kulminator zolang het nog kan”. Zeker, eens houdt deze bijzondere plek op te bestaan in zijn huidige hoedanigheid. Met een historische bierverzameling die groter is dan het leven van Leen Boudewijn en Dirk Van Dyck tezamen. Ik doe goede wensen dat hun levenswerk dan de juiste bestemming vindt. Maar gelukkig heeft het er alle schijn van dat er heel veel mensen zijn die hen een warm hart toedragen.
Café Kulminator: bijzonder bier in Antwerpen
Vleminckveld 32
2000 Antwerpen
Volg café Kulminator op Facebook >>
Leestips
Ontdek het verhaal van de Belgische trappistenbieren: smaak van achter de kloosterpoort.
Leuk herkenbaar verhaal 👍🏻
Mooie site, goede en interessante verhalen!
Net Sinterklaas gevierd; mooie cadeau’s gekregen waar jij meer van weet! 😜
Vriendelijke biergroeten en tot volgend jaar bij de Kulminator op zaterdag, na op vrijdag bij Billie’s Craft Beer Fest te zijn geweest! (11+12/11/2022)
Ron 🍻
Dankjewel, Ron! Veel plezier met je leesvoer. En kom nog eens terug hier bij het online magazine voor biergenieters.