Het nieuws sloeg in als een bom: Uiltje Brewing Company treedt toe tot Royal Swinkels Family Brewers. Voor menig bierliefhebber een reden om de sappige NEIPA’s van de Haarlemse brouwer in de ban te doen. Maar is die verontwaardiging wel terecht? Door de overname kunnen ze zich bij Uiltje weer concentreren op datgene waar hun hart van open gaat: creativiteit en spraakmakende bieren brouwen. Voor de overname door Swinkels geldt: de beslissing van Uiltje verdient respect.
Overname door Swinkels: beslissing Uiltje verdient respect!
Op de dag dat na ruim een half jaar horeca-uitbaters weer gasten mochten verwelkomen op hun terras, vloog er weer een steen in de vijver die de Nederlandse bierwereld heet. Dit keer was het Uiltje Brewing Company die hem gooide. Dat gebeurde door de bekendmaking dat Royal Swinkels Family Brewers de Haarlemse brouwerij onder hun vleugels nemen. Het was niet de eerste keer in de afgelopen tijd. Eerder hadden twee andere succesvolle, tot dan toe onafhankelijke brouwerijen aangekondigd voortaan verder te gaan onder de paraplu van Heineken: de Texelse Bierbrouwerij en brouwerij Noordt uit Rotterdam.
Zijn we getuige van het begin van het einde? Hebben we een kantelpunt bereikt en gaat het met de ongekende diversiteit wat betreft Nederlandse craftbrouwerijen voortaan alleen nog maar bergafwaarts?
Is ‘meer’ ook ‘beter’?
Vooropgesteld: een andere vraag lijkt me misschien nog wel relevanter. Hoeveel brouwerijen verdraagt een landje als het onze? In een tijd dat de horeca meer bezig was met het lakken van de toog en het schuren van vloeren in plaats van gasten ontvangen (overigens voor valide redenen waar die pandemie alles mee te maken heeft), blijft het aantal ondernemingen dat zich zegt bezig te houden met het gemaakt en verkocht krijgen van bier maar stijgen. Het is 1 mei 2021 en de teller op de website van de Stichting Erfgoed Nederlandse Biercultuur staat op 840. Ieder dorp, iedere buurt zijn eigen brouwerij! Maar je moet je natuurlijk afvragen of ‘meer’ per definitie altijd ‘beter’ is.
Erg verrassend was het niet: de aankondiging dat Uiltje zijn zelfstandigheid (gedeeltelijk) opgeeft, bracht verontwaardiging te weeg. Voor menig zelfverklaard ‘craftbeer-adept’ is deze ontwikkeling een reden om met onmiddellijke ingang de sappige NEIPA’s van Uiltje Brewing Company in de ban te doen. Zo viel tenminste op te maken uit een groot aantal reacties op het nieuws in de social media kanalen. “Jammer. Heel jammer…” Het lijken mij bierliefhebbers die hun aandacht voor alles wat ‘craft’ is, op een welhaast religieuze manier celebreren. En dan eerder ‘precies’ dan ‘rekkelijk’. Ze lijken hun ogen te sluiten voor het onvermijdelijke gegeven dat ook een brouwerij in eerste instantie een bedrijf is. Dat is onderworpen aan economische wetmatigheden net als ieder ander.
Op de winkel passen: hoe leuk is dát?
Alles stroomt. Dat kleine, ambitieuze en ondernemende brouwerijen samenwerking zoeken met ‘Big Beer’ is een teken dat die bedrijven veranderen. Van dynamische, creatieve start-ups naar stabielere middenbedrijven waar naast ontwikkelen managen steeds meer aandacht vergt. Dat vraagt andere vaardigheden van een brouwer. Maar wordt zij (of hij) daar blij van? Op de winkel passen: hoe leuk is dát?
Op zulke veranderingen kan een oprichter van een succesvolle, spannende, nieuwe brouwerij op verschillende manieren reageren. Hij kan als kapitein de brug van het schip, met opgeheven hoofd verlaten: wisseling van de wacht. Dat is wat Jeroen Bax bijvoorbeeld heeft gedaan, nadat hij zijn Gronings geesteskind Baxbier een goede start had gegeven. Hij kan er ook voor kiezen om samenwerking te zoeken met een grotere brouwerij, waaraan hij organisatorische taken uit handen kan geven. Alle dingen die hij niet voor ogen had, toen hij besloot een brouwerij te beginnen. Die keuze heeft Robbert Uyleman gemaakt.
Opluchting
Wat opviel was de grote opluchting die sprak uit de woorden van de Haarlemse brouwer toen hij zijn besluit mocht toelichten tijdens de persconferentie. Alles wat er voor nodig is om dingen geregeld te krijgen, zijn eigen geesteskind te bestieren. Capaciteit, distributie, organisatie, ‘managen’: het hoeft niet meer. Uyleman kan zich weer toeleggen op dat waar zijn hart van open gaat: het ontwikkelen van spraakmakende bieren van prima kwaliteit, lekker en eigenzinnig op een manier die een glimlach te weeg brengt. Dat is toch wat je iedere brouwer gunt, wat zeg ik: ieder mens. Met een onbezwaard gemoed doen waar je gelukkig van wordt!
Overname was kaalslag
Natuurlijk zitten er aan de overname van Uiltje door Royal Swinkels Family Brewers nog andere aspecten. Omdat het gewoon waar is: we hebben in de Nederlandse bierwereld ook tijden gekend dat overnames inderdaad kaalslag betekende. Het lot dat bijvoorbeeld het Maastrichtse Ridderbier beschoren was, nadat het was overgenomen door global player Heineken. Eerst werd de productie weggehaald uit de brouwerij in Wyck, later verdween het complete merk. Om tegenwoordig nog slechts voort te bestaan in de herinnering, levend gehouden door het witbier Wyckse Witte. Het zou uitermate wrang zijn als Uiltje Brewing Company een soortgelijk lot beschoten blijkt. Niet in de laatste plaats voor brouwer Uyleman en zijn kompaan Roel Wagemans die met ziel en zaligheid hun aanstekelijke merk hebben opgebouwd. Het verleidt tot een prikkelende vraag: wat voor waarborgen hebben ze op laten nemen in hun overeenkomst met Swinkels om dat te voorkomen?
Krachtige merken, herkenbare bieren
Daar staat tegenover dat de Brabantse grootbrouwers niet de reputatie hebben van kille saneerders. Want Uiltje is natuurlijk niet de eerste brouwerij die ze aan hun portfolio hebben toegevoegd. Ook brouwerijen als Palm en Rodenbach maken er deel vanuit, craft brewers van het eerste uur De Molen, en zelfs Nederlands oudste trappistenbrouwerij De Koningshoeven. Het zijn stuk voor stuk krachtige en levendige merken, die herkenbare bieren op de markt zijn blijven brengen. Zo beschouwd verdienen Royal Swinkels Family Brewers zeker het voordeel van de twijfel. Wat allicht ook een rol speelt: ze gaan met Uiltje een samenwerking aan met een brouwerij, die ondanks (dan wel dankzij) de hele coronatoestand als bedrijf de wind in de zeilen heeft.
Wat terugvoert naar de vraag eerder in dit artikel: zijn we getuige van het begin van het einde? Of is er eerder sprake van een nieuw begin? Waag jezelf eens aan het gedachtenexperiment: wat zou er uiteindelijk gebeuren als de founding fathers van Uiltje niet hun besluit hadden genomen? Zou hun brouwerij dan niet uiteindelijk helemaal het onderspit gedolven hebben? Ten onder gegaan aan allerlei halfbakken beslissingen om de kool en de geit te sparen in een manhaftige poging te manoeuvreren tussen speels ontwikkelen en strak managen. Misschien wordt het nu inderdaad zoals bierkenner Henri Reuchlin opmerkt in zijn column over het nieuws van Uiltje en Swinkels: een tikje saaier maar wel stabieler.
Droom versus nachtmerrie
Je moet brouwers niet dwingen in een rol waarvan ze uiteindelijk doodongelukkig worden. Ik vind dat er moed voor nodig is om uiteindelijk te besluiten een deel van je droom op te geven. Vanuit het bewustzijn hoe makkelijk die zou kunnen omslaan in een nachtmerrie. Zo beschouwd past bierliefhebbers geen verontwaardiging bij het nieuws dat Uiltje zich door Royal Swinkels Family Brewers onder de vleugels laat nemen. Respect is eerder op zijn plaats.
Leestips
Is de overname van Uiltje door Royal Swinkels Family Brewers een bedreiging voor craftbeer in Nederland? Of is craftbeer iets dat eigenlijk niet bestaat?
Meer weten over trends in de bierwereld : lees het artikel op deze site over kansen en bedreigingen voor onafhankelijke brouwerijen.