oude ketel in de brouwerij van Trumer (Oostenrijk)

Over brouwers met ketels en brouwers met laptops

Soms lijkt het alsof er tegen brouwers met een ketel anders wordt aangekeken dan tegen brouwers zonder. Een brouwerij met een eigen installatie: dat is de droom van eenieder die geld wil verdienen door bier te maken. Een brouwer met een ketel is pas een ‘echte’ brouwer. Maar is dat eigenlijk wel terecht? Zijn er niet andere factoren die bepalen of je als brouwer succesvoller en dus beter bent? In dit blogartikel lees je een verkenning van een basale vraag: wat is een brouwer?

Natuurlijk volg ik als bierschrijver wat er gezegd en geschreven wordt in het Nederlandse bierwereldje op de voet. Afgelopen dagen werd mijn aandacht getrokken door een tweetal berichten. Het eerste was een Facebook-post van de enige buitendijkse brouwerij van Nederland. Gevestigd in een havenstad in het Noorden des lands, die de bewoners van oudsher eerder schijnen te beschouwen als voorstad van Londen dan behorend tot de overige tien Friese steden. Het andere was het verdienstelijke debuut van collega-bierschrijver Raymond van der Laan op het blog van NederlandseBiercultuur.nl, het artikel ‘Pakjes en zakjes’. Beide hadden te maken met dezelfde basale vraag: wat is een brouwer? Een kwestie waaraan nogal wat misverstanden ten grondslag ligt. En zelfs irritatie.

Steken

De Facebook-post van genoemde buitendijkse brouwerij deelde een krantenbericht met de titel ‘Bierfirma’s bedriegen consumenten’. Het was afkomstig van een dagblad uit Vlaanderen, waar bedrijven die bieren ontwikkelen en op de markt brengen maar geen eigen brouwketel hebben, “bierfirma’s” worden genoemd. Het artikel citeert een brouwer die stelt dat een brouwer zonder ketels geen financiële risico’s loopt omdat deze zijn bier elders laat brouwen. Al zijn budget zou hij kunnen besteden aan marketing. Het spel zou op deze manier niet eerlijk worden gespeeld. Een conclusie die het begeleidende Facebook-bericht onderschrijft: “Als echte brouwer kan dat steken.” Het gedeelde krantenartikel dateerde overigens van mei 2014, wat aangeeft dat het thema al een poos speelt.

Het blogartikel van Raymond van der Laan heeft als onderwerp het “schisma”, zoals hij het noemt, tussen brouwers met en zonder eigen brouwinstallatie. In sommige discussies is dit onderscheid best relevant. Bijvoorbeeld wanneer het gaat om de vergelijking van de bedrijfsvoering bij ondernemingen die zich toeleggen op geld verdienen met bier. Om dat doel te bereiken, zijn er twee benaderingen. Je ontwikkelt een recept voor bier. Dit bier brouwen, lageren en afvullen binnen de muren van je eigen bedrijf, is de ene werkvorm voor een brouwer. De andere is dat je het operationele gedeelte van de productie van jouw bier op een andere plek laat plaatsvinden, buiten jouw bedrijf.

Schilderachtige aanduiding

Een vrij neutrale aanduiding van beide soorten brouwerij is ‘warme’ of ‘koude’ brouwer. Brouwerijhuurder of huurbrouwer komen we ook tegen. Een schilderachtig, sympathiek begrip voor bierverkopende ondernemers die hun product elders laten brouwen, vind ik zelf gypsy brewer. Daarnaast wijst Raymond van der Laan in zijn artikel op het bestaan van een reeks termen die meer tendentieus van aard zijn: ‘etikettenplakker’ of ‘laptopbrouwer’ zijn treffende voorbeelden. Dat laatste slaat op het idee dat je op je computer met een spreadsheet een recept in elkaar sleutelt voor x-hectoliter bier. Dit mail je dan naar een plek waar wel brouwapparatuur voor handen is. De rest spreekt voor zich.

Wat die laatste soort aanduidingen gemeen hebben, is dat ze volgens Raymond gekozen zijn om uiting te geven aan een lage achting voor hen die dat wat ze verkopen, laten maken. In de ‘ware’ brouwerij wordt al het verkochte bier gebrouwen in de eigen installatie. Een klassieke constellatie van het model ‘the haves’ contra ‘the have nots’.

oude ketel in de brouwerij van Trumer (Oostenrijk)
Wat is een brouwer? Is het terecht om een brouwer met een ketel hoger in te schatten dan eentje zonder?

Beter voelen

Op dit moment telt ons land 742 ondernemingen die zich toeleggen op het ontwikkelen en verkocht krijgen van bier. Ongeveer de helft brouwt bier in eigen ketel. Daarnaast is er nog een klein aantal brouwerijen die zich uitsluitend toeleggen op brouwen in opdracht van anderen. In hoeverre is het terecht dat brouwers met een eigen installatie zich beter voelen ten opzichte van collega’s die dat niet hebben?

Echter, voor ik kijk naar antwoorden op deze vraag eerst even dit:

Ik denk dat er een categorie ondernemers in bier is die wel degelijk uit deze vergelijking moet worden uitgesloten. Wie voor een bier alleen een merk bedenkt en het bier vervolgens bestelt bij een brouwerij, zonder zich te bekommeren om receptuur noch smaak, verdient het niet zichzelf te afficheren als brouwer. Bedenkelijk is ook wanneer je dit merk vervolgens positioneert als streekproduct terwijl het in werkelijkheid wordt aangesleept uit een heel ander deel van het land. Niet duidelijk zijn in je communicatie naar je klant dat je het bier elders hebt laten brouwen, is in mijn ogen ook geen goede reclame voor je product.

Gratis?

Het loont de moeite om eens kritisch te kijken naar de redenen waarom er hautain wordt aangekeken tegen brouwers zonder ketel. Is het waar dat zij het spel niet eerlijk spelen doordat ze geen financiële risico’s lopen? Dit veronderstelt dat elders je bier laten brouwen, gratis is. Dat lijkt me toch sterk. Een brouwerijhuurder investeert door aan de brouwerij die zijn bier produceert, een vergoeding te betalen. Een investering van een andere aard dan die in een brouwinstallatie, weliswaar: maar toch een investering.

Zo beschouwd is verhuur van brouwcapaciteit een bron van neveninkomsten voor een brouwerij. Waarmee de co-existentie van warme en koude brouwers kan bijdragen aan een meer solide bedrijfsvoering voor de hele sector van kleine onafhankelijke brouwerijen in Nederland. Vanuit dit perspectief zouden huurbrouwers eerder een lust dan een last zijn voor brouwers die zich wel een eigen ketel veroorloven. Is het wel zo verstandig om te bijten in een hand die je voedt?

Ecologische voetafdruk

En wat als we de hele discussie eens bekijken door de bril van klimaat en duurzaamheid? Wat is beter voor het milieu: dat iedere brouwerij zijn eigen installatie heeft of dat er minder brouwketels worden gestookt maar dat de bestaande capaciteit zo efficiënt mogelijk wordt benut? Een interessante overweging in een wereld waarin ondernemingen meer en meer afgerekend zullen worden door hun omgeving op hun aantoonbare stappen om de ecologische voetafdruk zo beperkt mogelijk te houden. Vanuit dit perspectief bekeken is het geenszins een doel op zich dat iedere brouwerij een eigen ketel heeft.

Was is een brouwer? Tot slot kun je nog op een andere bedrijfseconomische manier aankijken tegen die vraag. In verreweg de meeste gevallen is het maken van bier voor een brouwerij niet een doel op zichzelf. Zo’n onderneming is het middel van bestaan voor de brouwer en de medewerkers die hem helpen. Al heeft de brouwer nog zo’n geweldig mooie, dure brouwinstallatie: als het bier dat ze ermee brouwen geen kopers vindt, blijven de middelen van bestaan karig. Met dit in het achterhoofd doet het dedain van brouwers-met-ketels ten opzichte van brouwers-zonder potsierlijk aan.

Met je hoofd in de brouwketel

Brouwen is ondernemen. En een brouwerij is een bedrijf. Of je dit bedrijf kunt laten prospereren, hangt af van hele diverse factoren. Smaak creëren en ontwikkelen, operationeel brouwen, het bier verkocht krijgen: heb je als brouwer al die aspecten even goed onder de knie? Of ken je jezelf en je beperkingen? En neem je het verstandige besluit dat je het brouwen zelf niet ter hand neemt, maar uitbesteedt aan iemand met de benodigde vakkennis wiens hart daarvan opengaat? Mij bekruipt soms de indruk dat menig warme brouwer in de stevige houdgreep zit van zijn installatie. Hij is zo druk met die onder de knie te krijgen dat het risico op de loer ligt dat andere aspecten van het ondernemen erbij inschieten. Met je hoofd in de brouwketel: is dat de beste positie om succesvol te zijn als ondernemer?

Weloverwogen

In plaats van brouwers met een eigen ketel hoger in te schatten is het zinvoller te kijken naar de motivatie van een ondernemer om te kiezen voor het een of voor het ander. Omdat net als de keuze voor een bepaald type brouwinstallatie ook de beslissing om daar in je bierbedrijf van af te zien, een zou moeten zijn die weloverwogen is. Wat veel belangrijker is: hoe krijgen liefhebbers het lekkerste bier in hun glas van de meest constante kwaliteit. Want dat is uiteindelijk de factor die bepaalt of kleine, onafhankelijke brouwerijen in Nederland kans van slagen hebben.

Meer weten over bier en ondernemen? Lees mijn blog over kracht, zwakte, kansen en bedreigingen voor kleine brouwerijen in Nederland >>

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *