Zeeduivel met een saus van Westmalle Tripel

Westmalle Tripel

Bier: niet alleen lekker om te drinken, maar ook smaakvol om mee te koken. Misschien dat de meeste liefhebbers koken met bier associëren met stoofpotjes met vlees. Maar wist je dat je bier ook prima kunt gebruiken als ingrediënt in een saus voor een lekker visgerecht?

Zelden overtroffen

Wie graag op zijn tijd een tripeltje drinkt, weet ongetwijfeld dat de monniken van de abdij van Westmalle gelden als de uitvinders van dit biertype. Sindsdien is de Tripel door menig brouwer nagevolgd, best geëvenaard maar zelden overtroffen. Een Westmalle Tripel combineert heel goed bij allerlei gerechten uit de klassieke Belgische keuken. En je kunt er ook lekker mee koken.

Jaren geleden ontdekte ik eens een recept voor een saus met Westmalle Tripel, te serveren bij gebakken zeeduivel. Ik heb het indertijd een beetje gepimpt door er ‘voor de lekker’ ook nog champignons en grijze garnalen aan toe te voegen.

Lievelingsbier

Het recept was in de jaren naar de rand van mijn herinnering gegleden. Maar toen ik laatst ging koken voor een vriendin wier lievelingsbier juist Westmalle Tripel is, besloot ik het weer eens uit het stof te halen. Het resultaat was erg geslaagd: een romige saus met karaktervolle smaak. Een recept voor de meer ervaren thuiskok.


Recept voor zeeduivel met een saus van Westmalle Tripel en Hollandse garnalen

Ingrediënten

4 stukken zeeduivelfilet van circa 125 gram, bloem, versgemalen zout en peper, een bakje Parijse champignons (in plakjes), boter, 1 sjalot (fijngesnipperd), 300 ml Westmalle Tripel, 200 ml visbouillon, 100 ml room, 100 gram Hollandse garnalen

Bereiden

  • Sauteer de in plakjes gesneden champignons in een eetlepel boter. Breng ze op smaak met zout en versgemalen peper.
  • Doe 60 gram boter in een sauspannetje met een dikke bodem en stoof daarin de gesnipperde sjalot tot deze glazig is en zacht.
  • Blus de gestoofde sjalot af met de Westmalle Tripel en laat pruttelen tot de vloeistof tot de helft is ingekookt.
  • Doe de visbouillon erbij en laat ook dit mengsel tot de helft inkoken.
  • Roer de room door de saus en laat heel zachtjes 1-2 minuten doorkoken. Voeg de garnalen toe en warm de saus door, maar probeer de saus niet meer te laten koken. Breng de saus op smaak met zout en versgemalen peper.
  • Meng een paar eetlepels bloem met zout en peper. Wentel daar de stukken visfilet door, zodat het witte vlees een dun beschermlaagje krijgt.  Verhit in een koekenpan twee eetlepels boter. Bak de stukken filet gedurende 8-10 minuten op matig vuur aan beide kanten goudbruin en precies gaar, zodat de vis niet droog bakt.
  • Schep de gebakken vis op voorverwarmde borden. Lepel gesauteerde champignons erover en de Westmalle-garnalen-saus. Serveren met aardappelpuree, een bereiding van witlof (rauwe in een salade of heel klassiek, gekookt met een blanke saus) en een lekker glas Westmalle Tripel.

Opmerkingen

  • Als de saus te dun is, kun je hem wat dikker krijgen door een eidooier door te roeren. Let dan wel op dat je de saus bij het doorwarmen onder kooktemperatuur houdt. Anders gaat het eigeel natuurlijk stollen. Een andere methode is om vlak voor het serveren de saus van het vuur te halen en er enkele klontjes ijskoude boter doorheen te roeren met een garde. Een derde optie: een papje van een eetlepel maïzena met wat melk erdoor. Maar dat is natuurlijk de minder chique oplossing…

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *